Dag 6 Santa Fe (31 juli 2011)

Net voor 8 uur stond ik op. Slaap uit min of meer. De douche in en natuurlijk weer naar het continental breakfast bij de receptie met het bekende casinobrood, wat jam, gesmolten boter en koffie of sap. Volgens mij ben ik de enige die steeds uitgebreid zit te ontbijten. Een Amerikaan neemt over het algemeen een kop koffie en heel misschien nog een snee brood, maar dat is het dan wel. Ik neem waar ik voor betaal. Aangezien ik ook gisteren geen zin had in een late maaltijd kon er vanochtend wel wat in.

Uitzicht op bergen nabij motel

Net voor 9 uur stapte ik de auto in voor een ritje van amper 10 kilometer naar downtown Santa Fe. Eerst daar een parkeerplek zoeken. 15 dollar voor een dagparking, 10 dollar voor een dagparking. Alles was mogelijk. Op straat parkeren zou gratis zijn op zondag, maar alles stond vol. Daarom reed ik iets verder door om de auto net buiten het centrum te zetten. Ook voor niks natuurlijk. Gelukkig was ik op tijd daar, want ’s middags zou er geen parkeerplek meer vrij zijn.

Kathedraal van Santa Fe

Vandaag werd er in Santa Fe de Spanish Market gehouden. Dan denk je aan tapas, flamenco en wijn. Niets van dat. Spanish is hier alles wat met de oude indianencultuur te maken heeft en de Spaanstalige geschiedenis. Veel handwerk en dergelijke. Mooi en schofterig duur.

Spanish Market in Santa Fe

Ook aan eten ontbrak het niet. Een heel straatje vol met kraampjes. Daar nam ik een geroosterde kalkoen en later nog een ijskoffie. Die kalkoen bleek erg groot te zijn. Ik kon hem niet helemaal op. Het was pas half elf en toch zat Amerika al aan de dis. Het is een gekke boel hier af en toe.

Straatje met eetkraampjes en terrasjes

Op veel plekken waren straatartiesten aanwezig. Mexicaanse dans en andere gekke fratsen. Soms kon ik mijn lach bijna niet inhouden. Dit soort dingen vinden ze hier helemaal fantastisch. Het is ook wel sfeervol.

Straatartiesten

Na al dat geloop ben ik nog naar het visitor center gegaan. Normaal doe je dat vooraf maar dat was ik vergeten. Ik haalde een wegenkaart van New Mexico en kreeg diverse brochures. De indiaan naast me (ook gewoon een toerist) gaf me een hand en heette me welkom in New Mexico. Hij vroeg naar mijn afkomst. Mijnheer had ook 3 maanden in Nederland in het leger gezeten. Alleen waar dat wist hij niet meer.

Adobehuisjes in Santa Fe

Met weer heel wat foto’s op de camera vond ik het om een uur of twee wel genoeg. Zo groot was Santa Fe nou ook weer niet. De lucht werd donkerder en daarom terug naar het hotel om uit te rusten na die flinke ritten van afgelopen dagen. Niet veel later volgde er regen. Helaas maar een beetje. En ze hebben zo graag een flinke bui hier. Het brandgevaar is overal hoog omdat het kurkdroog is.

Na wat uitgerust te hebben, heb ik een wandeling gemaakt in de hotelomgeving. Inmiddels scheen de zon weer. Opvallend is dat alles in dezelfde authentieke bouwstijl is gebouwd. Ook nieuwe gebouwen zijn in adobestijl.

Motellogo met de typisch Amerikaanse
plastic inschuifletters

Net naast het motel lag een terrein met veel winkels. Ideaal om de rest van de tijd door te brengen. Bij Panda Express werd de avondmaaltijd genuttigd. Rijst met twee bijgerechten en een drankje voor 8 dollar. Lekker eten en eens iets anders dan taco’s en hamburgers.

Panda Express

Zoals altijd werkte ik in het motel nog het verslag bij, stippelde ik de route uit voor morgen en werd er televisie gekeken.

Dag 5 Fort Stockton - Santa Fe (30 juli 2011)

Ontbijt werd er in het Motel 6 niet geserveerd. Wel koffie. Deze keer smaakte die best aardig. Zo goed dat ik er nog een nam. Veel honger had ik niet. Er zaten nog bananen, nectarines, worteltjes en yoghurtjes in de koelbox. Ook lekker als ontbijt. Gisteravond had ik ook al het avondeten overgeslagen. Tja, dat eten vult nogal.

Motel 6 was goed bevallen. Nette kamer, maar heel karig zoals altijd bij deze keten. Alleen de draadloze internetverbinding was waardeloos. Als je bij het zwembad ging zitten was er iets mogelijk, maar niet veel. En dan te bedenken dat het hier 3 dollar per 24 kostte dat internet.

Er stond een pittige reis op het programma van Fort Stockton, Texas tot Santa Fe, New Mexico. Voorlopig de laatste pittige dag. Vanaf morgen iets rustiger en meer te zien op de route. Eerst maar eens naar het eerste dorpje: Pecos (spreek uit: P-kus). Totaal 85 kilometer over een verlaten weg.

Welkom in Pecos

Pecos zou de plek moeten zijn waar ooit de eerste rodeo plaatsvond. Bij binnenkomst in het dorp word je dan ook begroet door een soort reclamebord van Pecos Bill. Volgens de lokale bevolking ‘The roughest, toughest cowboy who ever rode’. De stoerste en ruigste cowboy ooit dus. Ja, zelfs als er niks te beleven is in een dorp, dan verzinnen ze wel iets.

Gebouwen in westernstijl, Pecos

Beetje door het dorp gereden. Er stonden enkele oude gebouwtjes in westernstijl en voor de rest zeer armoedige woonwagens. Van huizen was nauwelijks sprake. Gek al die armoede terwijl het stikt van de olievelden.

Woonwagens in Pecos

Ik was hier ook voor een tankstop. Na 585 kilometer wel nodig. Met 12 verse gallons in de tank kon ik weer door richting Carlsbad Caverns. Ook weer een verlaten weg. Alleen links en rechts tientallen ja-knikkers die olie uit de grond pompten.

Olieveld

Bij Carlsbad zei de navigatie ‘bestemming bereikt’. Nou, mooi niet. De ingang van de Carlsbad Caverns, de druipsteengrotten, bevond zich nog 45 kilometer verderop. Maar hier kijken we niet op een litertje benzine meer of minder. Het laatste deel ging over een mooie bergweg naar de grotten met links en rechts een totaal verbrand landschap.

Weg naar Carlsbad Caverns

Aangekomen bij de grotten kocht ik meteen een America the beautiful pass. Met deze kaart van 80 dollar kun je een jaar lang allen nationale parken bezoeken zonder te betalen. Dat geld gaat makkelijk terugverdiend worden komende dagen.

Via een wandelpad van 2 kilometer liepen we naar beneden. Onderweg waren al mooie druipsteenfiguren te zien. Beneden, op 230 meter onder de grond, was het helemaal mooi. Een pad van nog eens 2 kilometer voerde je langs alle mogelijke druipsteenformaties.

Carlsbad Caverns

Met een lift ging iedereen weer naar boven. Wandelen mocht ook. Geen zin in. Buiten bedroeg de temperatuur 33 graden. Een groot verschil met de grot waar het maar 15 graden was.

Lunchtijd! En wel in Carlsbad zelf bij Wendy’s. Friet met een bakje chili con carne en een kipburger plus een beker huisgemaakte ijsthee. Goed te doen en bij elkaar $ 6,30.

Wendy's restaurant

Door naar het noorden richting Roswell. Op dorre vlaktes na was er onderweg weinig te zien. Ja, de vluchtstrook die op veel plaatsen vol lag met resten van kapotte banden. Inmiddels had ik profijt van het tijdsverschil omdat in New Mexico de klok een uurtje terug kon.

Roswell, ook weer zo’n stadje waar eigenlijk niks te doen is. Toch hebben ze wat verzonnen. In juli 1947 is er hier namelijk, zegt men, een ufo geland compleet met buitenlandse wezens en dat zal je weten ook. Heel het stadje is er van doordrongen. Zelfs het Mexicaanse restaurant heeft de mariachi’s in alien-stijl op de gevel getekend. Men heeft een heel museum aan het incident gewijd. Omdat het al kwart voor vijf was mocht ik gratis naar binnen. Leuk om te zien, of eerder lachwekkend. Misschien is het ook wel waar. Wie zal het zeggen?

Alles draaide om buitenaardse wezens

Het laatste stukje van vandaag. Nog 310 kilometer. Twee uur rijden, kwartiertje rust. Alleen nu even niet. Gewoon in een ruk. Temperatuur 37 graden en zon fel op de auto. Donkere wolken pakten zich samen en zo af en toe viel er een bui. Niet heel spectaculair. Links en rechts dorre vlaktes met soms kuddes stieren en een heel enkel dorp zoals bijvoorbeeld Vaughn, waar ongeveer 90 % van de zaken failliet en totaal vervallen waren. Inmiddels zat ik op 1.800 meter hoogte. Gek, want er was geen berg te bekennen op de doorgaande route. De zon en afwisselend regen maakte het landschap alleen maar mooier. Hun slogan is niet voor niets ‘New Mexico, land of enchantment’. Land van betovering.

Dorre vlakte in New Mexico

Om kwart over acht checkte ik in bij het Red Roof in Santa Fe. Twee nachten voor 115 dollar. Een gigantische kamer die op de deur werd aangeduid met home office. Buiten was het lekker fris. Slechts 18 graden door al die regen.

In de kamer reisverslag typen en uitrusten. Mocht ook wel na ruim 700 kilometer rijden.

Kantoor op hotelkamer

Dag 4 Kerrville - Fort Stockton (29 juli 2011)

De wekker ging vanochtend pas om half acht. Vanwege de warmte was het een beetje lastig slapen. Airco hielp wel maar maakte lawaai. Ook de koelkast was erg lawaaierig. Oordopjes hielpen wel, maar omdat ze wat ongemakkelijk zaten werd ik nogal vaak wakker.

Ontbijt bij de receptie. Beter dan afgelopen dagen. Nu waren er ook brood en bagles inclusief jam en Philadephia smeerkaas. Het koffieapparaat zag er veelbelovend uit. Een Douwe Egberts logo! Maar helaas, dezelfde slappe bak als altijd en ik had nog wel de donkere variant gekozen. Geen gekke figuren in de zaal deze keer. Slechts twee mannen die qua kledingkeuze waren blijven steken ergens begin jaren tachtig.

De spullen werden ingepakt en toen kon ik weer de baan op om voor het eerst na die 580 kilometer van afgelopen dagen te tanken.

Achterbak vol met spullen

Voor vandaag was de route niet helemaal duidelijk. Ik zou onderweg wel zien. Eerst reed ik zuidwaarts over een weg met veel haarspeldbochten naar Medina. Mooie route maar weinig mogelijkheid om echt foto’s te maken.

Mooie route naar Medina

Hierna verder richting Vanderpool voor een bezoek aan het Lost Maples State Park. Entree vijf dollar. Er waren diverse wandelroutes te lopen. Ik koos de east trail. Het pad op dus. Net op weg bedacht ik me dat het wellicht handig zou zijn om wat zonnebrand op te smeren. Terug naar de auto dus en weer door.

Sabinal River

Heen en terug was het wandelpad zo’n 3,5 kilometer met onderweg uitzicht op de Sabinal River. Het laatste stuk een steile klim. Boven op de heuvel (670 meter) was het uitzicht weer erg mooi.

Uitzicht op 670 meter

Over weer een mooie route ging het verder noordwaarts naar Junction. Al die rijkswegen gingen best vlug. Maximumsnelheid lag meestal rond 110 kilometer per uur en je kwam nauwelijks iemand tegen. Er lagen ook geen dorpjes op de route naar boven. Wel moest er af en toe een vlugge stuurbeweging worden gemaakt om een dood hert te omzeilen. Af en toe sprong er ook nog een geit of een hert de weg over.

Overstekende geit

Bij Junction reed ik de I-10 op. De op drie na langste snelweg van Amerika. Loopt van Santa Monica, Californië tot Jacksonville, Florida. 3.960 Kilometer totaal. Met 130 kilometer per uur ging dat best vlot. Weinig verkeer ook.

Vrachtwagen in buitenspiegel op de I-10

De volgende stop was in Sonora. In het dop reed ik meteen naar Main Street want op Main Street is het altijd te doen. Daar liggen de theaters, restaurants, horecagelegenheden en krioelt het van de mensen. Maar niet in Sonora. Het bleek een kort straatje met enkele gebouwen in westernstijl. Historic, dat wel. De tijd stond er echt stil. Niemand had haast, als er al iemand was. Leuk voor wat foto’s. De altijd aanwezige scheefstaande elektriciteitspalen maakten het geheel compleet.

Sonora

Bij Dairy Queen nuttigde ik meteen de late lunch. Ik had al zo veel nectarines, bananen en snickers op dat de honger later opkwam. Voor vandaag een menu van krokante kipstengels met een soort kaassausje en een stuk geroosterd casinobrood plus friet. Ook de bekende emmer drinken zat erbij. Je kunt het zo gek niet bedenken of ze hebben het. Combinaties zijn eindeloos hier. Met $ 7,90 was het niet echt goedkoop, maar het is vakantie!

Lunch bij Dairy Queen

Zo had ik weer voldoende energie om verder te rijden over de snelweg naar Fort Stockton. Nog een keer stopte ik om de benen te strekken. Op de parking was de temperatuur al opgelopen tot 39 graden. Maar ja, wat wil je ook midden in de woestijn. Bij woestijn moeten we niet gelijk denken aan zandheuvels zoals in de Sahara. Hier zijn het rotsheuvels met voornamelijk struiken en heide. Kurkdroog, bloedjeheet en vrijwel onbewoond.

Woestijnlandschap

Met een lekker muziekje in de auto waren de resterende 80 kilometer snel om. Al om kwart voor zeven stond ik in Fort Stockton. Geen bijzondere plaats. Er is eigenlijk niks te doen. Meer een overnachtingsplek voor mensen die onderweg zijn op de lange I-10. Waar Fort Stockton wel bekend om is, is het standbeeld van Paisano Pete, ’s werelds snelste roadrunner. Lekker onnozel maar dat is Amerika.

Paisano Pete

In het Motel 6 zou ik de nacht doorbrengen. Kleine kamer maar wel schoon. Geen luxe verder. 56 Dollar kostte het voor vannacht.

Motel 6 kamer

Dag 3 Houston - Kerrville (28 juli 2011)

Bij een pittige rit hoort een stevig ontbijt en dus op naar de motellobby. Er had een zeer gemêleerd gezelschap plaatsgenomen. Een neger zat ongegeneerd samen met zijn hoertje van afgelopen nacht te ontbijten, een tokkievrouwtje kwam in haar roze pyjama binnenlopen en later diende zich nog een gast aan die helemaal verdwaasd en bezopen ronddoolde. Hij kwam koffie halen en vervolgens aan de balie vragen wat zijn kamernummer ook alweer was.

Toen ik het ontbijt achter de kiezen had en alles ingepakt was stond de klok op kwart voor acht. Vroeg en daarom alle tijd om leuke dingen te doen.

Klaar voor vertrek

Er volgde eerst een rit over de Interstate 10 richting het westen. Na 2,5 uur afslag Luling richting San Marcos. Dat was ook nog een half uurtje over de highway. Ik zat nu midden in de Texas Hill Country. Een heuvelachtig gebied met heel veel veeteelt en wijnbouw. Gezien de plaatsnamen zoals Weimar, Schulenburg en New Braunfels met zijn Schlitterbahn mag wel duidelijk zijn wie hier de eerste immigranten waren. 

De I-10 west richting San Antonio

Er volgden een paar fotostops in het heuvelgebied.

Texas Hill Country

De route ging een stukje zuidwaarts naar Canyon Lake. Helaas was de toegang tot het strandgedeelte afgesloten. Aangezien het bordje no trespassing ontbrak ben ik toch stiekem het strand opgelopen. Er moesten immers een paar mooie foto’s komen. Een mooi blauw meer was het met in de verte de kleine canyon waarnaar het meer vernoemd is.

Canyon Lake

Ik reed weer noordwaarts en nu naar Blanco. Inmiddels was het lunchtijd. Deze keer bij Dairy Queen (zuivelkoningin). Ze doen hun naam geen eer aan want deze keten verkoopt gewoon hamburgers en taco’s. Wel hebben ze een uitgebreider assortiment aan milkshakes en ijsjes.

Maaltijd bij Dairy Queen

Het dorpje Blanco was een beetje in westernstijl. Bij het visitor center haalde ik een brochure over de Hill Country en een gratis kaart van Texas. En dat is het mooie van Amerika. Infomateriaal is allemaal gratis.

Blanco

Na het dorpsbezoek door richting Johnson City om even verderop het Lyndon B Johnson State Park te bezoeken. Entree voor niks. Ze hadden een nature trail door een bos met veel herten zaten. Die lieten zich helaas moeilijk fotograferen. De route eindigde bij een boerderij. Daar kon je dan binnenkijken naar het oude meubilair. Dat heb ik inmiddels al zo vaak gezien in Amerika. Niet interessant! Bij binnenkomst weer het typische How ya doin’ zonder dat ze je ook maar aankijken.

Hert verstopt achter bomen

Onderweg volgde er nog een stop bij Walmart voor fruit, yoghurtjes en water. Ik kocht ook nog een koelbox. Die kostte net zoveel als al het eten bij elkaar. En dat voor een beetje piepschuim. Ze verkochten ook t-shirts met de Amerikaanse vlag en de tekst summer 2011. Helemaal Amerikaans dus en made in El Salvador. Ik heb er een gekocht voor 3,50 dollar. Gewoon omdat het zo belachelijk kitscherig is.

Het laatste dorp voor vandaag werd Fredericksburg. Zoals de naam al doet vermoeden is het nogal Duits. Althans, dat beeld probeert men te creëren. Bij het visitor center werd ik uitgebreid geholpen. En dit restaurant moest ik bezoeken en dan die wijnkelder, etcetera. Ik hield het bij een wandeltocht door het inmiddels bloedhete dorp. Temperatuur 36 graden volgens de autothermometer. Mooie architectuur en veel toeristenwinkels. Horecagelegenheden en winkels hadden Duitse namen als Der Kleiderschrank, Ausländer Biergarten en Der Alte Fritz. In Nederland zou je niet helemaal serieus worden genomen als je een zaak zo noemt. In Amerika, daarentegen, kan het allemaal.

Bijzondere architectuur in Fredericksburg

Om half zeven vond ik het welletjes. Nog 35 kilometer naar Kerrville voor een nachtje in het America’s Best Value Inn voor 57 dollar. Deze keer een kleinere kamer maar wel met koelkast en magnetron.

Motelkamer van het America's Best Value Inn

Daarna de dagelijkse verplichtingen: foto’s uploaden, reisverslag typen en het verslag van de familie Janssen lezen J. Ondertussen was mijn koffie klaar in het koffiezetapparaat in de kamer. Een zakje zou voor vier koppen zijn dus deed ik er maar eens één kopje water in. Bleek meer dan genoeg. Smaakte redelijk. Cijfer 6,5. De slaap was in ieder geval meteen weg. Was wel nodig want er zou die avond ook nog gegeten moeten worden bij Taco Casa.

Dag 2 Houston (27 juli 2011)

Zo’n eerste dag ben je meestal vroeg wakker vanwege het tijdsverschil van 7 uur. Om half zes had ik de slaap uit. Wel erg vroeg om op te staan en daarom ging ik alvast het eerste wasje draaien. Gewoon met de hand. Daarna kleren aan, een beetje internetten en de Lonely Planet bekijken voor wat interessante plekken in Houston.

Reisvoorbereiding

Om 7 uur vond ik het tijd voor het ontbijt. In de lobby van het hotel is elke morgen een continental breakfast. Alles was aanwezig om de inwendige mens te versterken. Nou ja, je kon zelf wafels maken en er stonden drie dispensers met graanproducten of iets wat erop leek. Het had een popcornachtige smaak. De koffie was niet veel beter. Ik dacht meer aan warm water met koffiearoma. Fijn dat ze ook aan fruit hadden gedacht. Appels en bananen. De appels waren vuurrood en leken wel van plastic. Toch smaakte het allemaal. 

Om kwart over acht zat ik al in downtown. Toen de auto net stond geparkeerd diende de eerste schooier zich al aan. “I got two dollars in my bank account.” Nou, ik iets meer maar daar heb jij weer niks mee te maken.

Courthouse in downtown

Het historic district bleek geen middeleeuws stadsgezicht te zijn. Wat opgeknapte pakhuizen en de typische oud uitziende straatlantaarns. Ook de immer aanwezige historische klok was vertegenwoordigd. Dit maakte het geheel helemaal af. Nee, niks bijzonders. Ik ben er twee uur geweest. Net voor vertrek kocht ik nog een Mexicaanse taco bij een eveneens zeer Mexicaans uitziende taco stand. Even waande ik mij in Tijuana.

Mexicaanse tacostand

Door naar de volgende ‘bezienswaardigheid’. Ik geef toe, Houston heeft niet zo heel veel te bieden. Natuurlijk is er een dierentuin en zijn er diverse musea maar daar ga ik niet voor. Een levendig centrum is al prima. Helaas ontbrak dat ook.

Ik bezocht ook nog het Hermann Park. Mooi opgezet met een meertje, fontein en diverse wandelpaden. Het begon al aardig warm te worden. Ruim boven de dertig bij een hoge luchtvochtigheid. De eerste liter water was er al doorheen.

Hermann Park

Na het parkbezoek ben ik naar University Village gereden. Een wijk met te dure winkels en te dure horecagelegenheden. Daar nam ik ergens een tropical smoothie. Goed te doen bij deze temperatuur.

Halverwege de middag besloot ik terug te gaan naar het motel. Toch 28 kilometer rijden. Zo krijg je een idee hoe groot de stad is. Het gebied binnen de ring beslaat van oost naar west zo’n 60 kilometer. Hetzelfde van noord naar zuid. Het reed allemaal best vlot door over die verrotte betonwegen. Het aantal gaten en oneffenheden was niet op een hand te tellen. Typisch voor de grote steden. Gelukkig zijn de doorgaande routes meestal veel beter.

Interstate 45 nabij het motel

Aangekomen in het Knights Inn typte ik wat regels voor het reisverslag en maakte ik vast de hotelboekingen voor de komende twee dagen in Kerrville en Fort Stockton.

Voor het eten ben ik nog het hotel uitgelopen. De buurt verkennen zullen we maar zeggen. Ik wilde met eigen ogen zien hoe armzalig het eruitzag. Op drie kansloze figuren na kwam ik niemand tegen onderweg. De eerste 200 meter noordwaarts waren alle bedrijven failliet. De stoep was schots en scheef en vlakbij het hotel leek het net een stinkend moeras door de vegetatie en het water dat erop stond. Daar werd men geacht een stuk over de parallelweg te lopen waar auto’s met 80 kilometer per uur overheen denderden.

Verlaten aanblik van leegstaande panden

Tegen de avond moest er natuurlijk gegeten worden. Deze keer de gezonde toer op: Subway. De medewerkster wees me op today’s special, de dagaanbieding. Een broodje met gehaktballen en de welbekende groente plus saus. Vier dollar plus tax voor een grote. Smaakte prima, hoewel het geheel er opengevouwen niet zo smakelijk uitzag.

Meatball marinara sub

Na het eten zou ik de avond verder doorbrengen met tv kijken en niet al te laat gaan slapen. Vanaf morgen een voller programma met flink wat kilometers.

Conlcusie voor vandaag: Houston is gewoon een grote Amerikaanse stad zoals vele andere. Ik vind het niks bijzonders, maar misschien moet je de leuke plekjes kennen. Ik verwacht meer van San Antonio en Austin. 

Dag 0 en 1 Tilburg - Houston (25 en 26 juli 2011)

Alles stond thuis mooi ingepakt klaar. Zo kon ik meteen na terugkomst van de les vertrekken. Laatste check en weg. Ik besloot met de auto te gaan. Echt een vakantiegevoel krijg je daar niet van. Zeker niet als je in het donker wegrijdt en alleen maar snelweg ziet. Ongeveer anderhalf uur later kwam ik aan in de buurt van Schiphol. In de buurt, want die 125 euro parkeergeld ging ik natuurlijk in mijn zak houden. Deze auto werd gratis weggezet nabij het station van Nieuw-Vennep. Of hij er over drie weken nog staat is een zorg voor later. Vijf minuten lopen en ik stond bij de kaartjesautomaat. Twee euro en dertig cent, meer kostte het niet. In 10 minuten was ik op het vliegveld.

Aankomst op luchthaven

Daar aangekomen bleek het er best druk te zijn en diverse horecagelegenheden hadden de tent open. Gedurende de nacht kwamen er zelfs nog zo’n 30 vliegtuigen aan met voornamelijk jeugd uit Turkije en Griekenland.

Eerst even wat eten. De lunch was al zo lang geleden. Burger King was nog open. Daarna de tijd doorbrengen op het vliegveld. Veel te lang. Beetje lopen, beetje zitten, beetje liggen, etc. Bankjes op Schiphol zijn zo ontworpen dat alles erop mogelijk is behalve slapen. Mensen worden dan ineens heel creatief.

Echt druk werd het rond een uur of drie toen de eerste vakantiegangers incheckten voor de chartervluchten. Toen die kudde weg was werd het weer heel rustig.

Inchecken moest je zelf doen met een scherm. Daarna bagage droppen bij de balie en naar de gate.

Dit vliegtuig ging ons naar Heathrow brengen

Eerste vlucht was naar London Heathrow. Het duurde nog geen 50 minuten. Toen ik net probeerde te slapen werd er al met een behoorlijke snelheid broodjes en drankjes uitgedeeld. Moest wel want even later zouden we al in Engeland zijn.

Mooi modern vliegveld dat Heathrow. En groot ook. Daar drie uur gewacht en toen begon de volgende vlucht van 10 uur.

Vlucht naar Houston

Een groter vliegtuig. Ik kreeg een plekje bij de nooduitgang. Heel mooi. Geen mensen voor me en dicht bij de wc. Dat laatste bleek een illusie. Nog voor het opstijgen plakte de crew drie stickers op de toiletdeur: Defective equipment. Moesten we nog naar achteren lopen.

Er werd een maaltijd geserveerd van paella met kip, mousse en pastasalade. Ook drankjes ontbraken niet. Echter niet zo veel als op andere vluchten. Even voor het landen serveerde men nog een sandwich plus een muffin en natuurlijk koffie. Die koffie was vast een voorproefje voor de komende weken. Slappe bak.

De aankomst verliep volgens schema. Om 14.15 uur lokale tijd landden we op George Bush Intercontinental Airport. De rij bij de immigratiedienst was lang. Het duurde al met al een uur voordat de chagrijnige beambte een paar vraagjes stelde en de stempels zette.

Toen met de bus naar de autoverhuurder. Auto opgehaald, naar de parking. “Loop maar naar achteren”, zei mevrouw, “en kies er daar maar een uit”. Nou, wat een luxe. Diverse auto’s stonden klaar. Eentje met kenteken van New York. Dat vond ik weer ongepast. Ik koos de Ford Focus. Prima auto maar met al 50.000 kilometers op de teller.

Mijn Ford Focus voor de komende drie weken

Motel bleek ook in orde te zijn. Ruime kamer en schone badkamer. Wel wat aftands allemaal. Het Motel was vroeger een Super 8 Motel. Nu hadden ze het nieuwe logo er gewoon overheen geschoven. Bij het inchecken was ik meteen vriendjes met de receptionist. Mijnheer kwam namelijk uit Hong Kong. De kamer in het Knights Inn had ik van tevoren geboekt en was een koopje. 55 Euro voor twee nachten.

Motelkamer Knights Inn Houston

Eenmaal aangekomen in de kamer werkte ik vast het verslag bij en checkte alvast mijn mail. In deze moderne tijd is dat een noodzakelijk kwaad.

Na deze verplichtingen had ik honger. De eerste maaltijd in de USA moest natuurlijk goed zijn. Daarom werd het Taco Bell. Die hebben wij bij ons niet. Twee soft taco's en twee crunchy taco's met een Dr. Pepper.

Na het diner reed ik weer terug naar het motel voor een opfrisbeurt onder de douche. De avond heb ik op de kamer doorgebracht en ik ben op tijd gaan slapen. Wel nodig na zo'n lange dag hoewel ik in het vliegtuig ook een beetje kon rusten.